Legaltree Advocaten
  • Home
  • Praktijkgebieden
      • Aansprakelijkheid, schade & verzekering
      • Arbeidsrecht
      • Bouw, vastgoed & huur
      • Conflictvermijding en -oplossing
        • Arbitrage
        • Internationale investeringsarbitrage
      • Contracten
      • Duurzame Energie & Omgeving
      • Financiering & Zekerheden
      • Fusies & Overnames
      • Gereguleerde markten
      • Gezondheidsrecht
      • IE & Reclame
      • Insolventie & Herstructurering
      • IT
      • Mededinging & Aanbesteding
      • Notariaat
      • Ondernemingsstrafrecht
      • Overheid & Onderneming
      • Privacy
      • Sancties
      • Vennootschap & Onderneming
        • Corporate Governance
  • Partners
      • Antoinette van Beest – de Mul
      • Olga van Beijeren
      • Elisa Benhaim
      • Christine van den Berg
      • Eunice Bruyninckx
      • Wouter de Clerck
      • Antoinette Collignon
      • Renate Croes
      • Marjolein Driessen
      • Liesbeth Driest
      • Jacoline Gortzak
      • Onno Hakvoort
      • Jan ter Horst
      • Willemijn Lever
      • Max van Leyenhorst
      • Mark Lim
      • Linda Mantel
      • Tamara Novakovski
      • Sander Oorthuys
      • Marleen de Putter
      • Olav Schmutzer
      • Bastiaan Siemers
      • Simona Tiems
      • Robrecht Timmermans
      • Irene Verheijen
      • Carolien van Weering
      • Marjolein Westerbeek
      • Bart Wilton
      • Otto de Witt Wijnen
  • Over ons
    • Over ons
    • Contact
    • Rechtsgebiedenregister
    • Tarieven
    • Partner worden
  • Blog
  • Publicaties
  • Zoek
  • NL
  • EN
  • Menu
Blog - Laatste Nieuws

Alle omstandigheden bepalen het verwarringsgevaar tussen handelsnamen

14 december 2015/in blog, handelsnaamrecht, intellectuele eigendom /door Olav Schmutzer

Op 4 december jl. bevestigde de Hoge Raad wat hij lang geleden, in 1963, heeft gezegd: bij het vaststellen of sprake is van verwarringsgevaar tussen twee handelsnamen moet de rechter rekening houden met alle omstandigheden die dit gevaar in de hand werken dan wel tegengaan.

In de zaak van 1963, die speelde tussen twee restaurants, ging het om omstandigheden als “verschillen in status en genre publiek”. Dat dergelijke omstandigheden kunnen voorkomen dat verwarring ontstaat komt mij logisch voor. Immers, indien de ondernemingen zich tot een ander publiek richten is verwarring niet voor de hand liggend.

In de onlangs gewezen uitspraak ging het evenwel om een (hele) andere omstandigheid. Deze zaak betrof een geschil tussen twee advocatenkantoren, gevestigd in dezelfde stad en zich richtend op eenzelfde publiek. Kort gezegd stemden de ter discussie staande handelsnamen sterk overeen, maar volgens het beweerdelijk inbreukmakende kantoor gebruikte het deze handelsnaam alleen nog in een typerend logo met een onderschrift. (Er waren in een eerdere fase van de procedure al wat aanpassingen gedaan.) Het Hof achtte verwarringsgevaar daarom uitgesloten.

De Hoge Raad stelde weliswaar voorop dat vormgeving van een naam als zodanig geen onderdeel uitmaakt van de handelsnaam, maar overwoog voorts dat het gebruik van een bepaald typerend (en van de wederpartij afwijkend) logo ook een omstandigheid is die door de rechter meegenomen mag worden bij de beoordeling van de vraag of verwarring is te duchten. Dit oordeel rijmt met de eerdere beslissing dat alle omstandigheden zoveel mogelijk moeten worden meegenomen door de rechter, dus waarom dan deze omstandigheid (ook) niet? Zo bezien is deze uitspraak niet onbegrijpelijk, maar toch voelt ze vreemd aan. 

Een handelsnaam wordt in de praktijk namelijk op vele wijzen toegepast. In de eerste plaats staat deze naam vaak op de gevel van het bedrijf en daarnaast zal deze naam ook te vinden zijn op het briefpapier van het bedrijf. In deze gevallen zal de naam in de gewenste huisstijl worden gepresenteerd. Maar gewoonlijk houdt het gebruik hier niet op. De naam zal doorgaans ook veelvuldig worden gebruikt door zowel werknemers als door anderen, niet alleen schriftelijk maar ook mondeling. Denk maar eens aan het gebruik van de naam in (telefoon)gesprekken. Of op reclamemateriaal, orderbevestigingen en facturen van leveranciers. In adressenlijsten, telefoongidsen en dergelijke. En in radiocommercials. Dan spelen logo’s en visuele lay-out geen rol meer en kunnen zij het verwarringsgevaar dus niet tegengaan.

Waarschijnlijk moeten we ook niet te veel in het arrest lezen: uit het arrest blijkt dat het argument, dat de handelsnaam ook zonder logo gebruikt zal worden, wel werd aangevoerd maar niet (genoegzaam) werd onderbouwd. Daardoor kon en ging de Hoge Raad dus aan dit punt voorbij Daarbij komt dat beoordeling van de relevantie van omstandigheden een sterk feitelijk karakter draagt en daardoor in cassatie beperkt toetsbaar is, in beginsel slechts op begrijpelijkheid. En dan komen we weer terug bij mijn eerdere opmerking: onbegrijpelijk is het niet in het licht van eerdere rechtspraak dat (ook) de omstandigheid van het gebruik van het logo wordt meegenomen bij de beoordeling van de verwarringsvraag.

Leuk voer voor juristen. Hoe dan ook leert deze uitspraak ons dat echt alle feitelijke omstandigheden, en dus ook omstandigheden die zien op het gebruik van de naam, relevant kunnen zijn voor de beantwoording van de vraag of verwarring is te duchten.

Tags: handelsnaam, Hoge Raad, logo
Deel dit stuk
  • Deel via Facebook
  • Deel via Twitter
  • Deel via Google+
  • Deel via Linkedin
  • Delen via E-Mail
https://legaltree.nl/wp-content/uploads/2018/11/Legaltree_logo.png 0 0 Olav Schmutzer https://legaltree.nl/wp-content/uploads/2018/11/Legaltree_logo.png Olav Schmutzer2015-12-14 13:34:002015-12-14 13:34:00Alle omstandigheden bepalen het verwarringsgevaar tussen handelsnamen
Misschien ook iets voor u
Fabeltjes over intellectuele eigendom…
Ook de beschrijvende handelsnaam is beschermd!
Prejudiciële vragen: uitsluiting AOW’ers van recht op transitievergoeding geen verboden onderscheid naar leeftijd
Merkhouders: eerst DENKen, dan doen!
Handelsnaam inschrijven? – let op onjuist advies van de KvK
IE in Bedrijf (deel 1): Handelsnamen en merken

Over de schrijver

mm

Olav Schmutzer

Alle publicaties >

Laatste Blogs

  • Auteursrecht op fotografie nader uitgelegd: de verschillen tussen (wettelijke) uitzonderingen op het auteursrecht en smoesjes om maar niet te hoeven betalen
    22 maart 2021
  • Een overeenkomst van opdracht of toch een arbeidsovereenkomst?
    22 februari 2021
  • Auteursrecht: mag je al die mooie schaatsfoto’s en oudhollandse winterplaatjes zomaar gebruiken en delen?
    16 februari 2021
  • SFDR-eisen over duurzaamheid – nog één maand te gaan en nieuwe RTS
    10 februari 2021
  • Brexit: wat gebeurt er nu met EU-contracten, EU-merken en EU-modellen? – deel II
    21 december 2020
  • Aanpassing NOW 3.0
    11 december 2020
  • SFDR-eisen over duurzaamheid voor de pensioenindustrie
    10 december 2020
  • Corona(tucht)klachten?
    7 december 2020
  • Uitnodiging Webinar WHOA
    2 december 2020
  • Reiskostenvergoeding mag nu nog onbelast worden betaald
    25 november 2020

Contact

U kunt onze partners direct benaderen. U kunt ook contact opnemen met Legaltree via e-mail of telefoon.

E info@legaltree.nl
T +31(0)88 040 2100

Legaltree is een door de NOvA erkende opleidingsinstelling

NOvA-Erkenningslogo

De toekomst van het recht

Deze film is gemaakt voor het symposium in mei 2018, georganiseerd vanwege het 10-jarig bestaan van Legaltree

© Copyright 2021 | Legaltree
    • Home
    • Contact
    • Algemene Voorwaarden
    • Privacyverklaring
    • Klachtenreglement
    Bijzonder Beheer tracht executoriale verkoop tegen beter weten in door te d... De verantwoordelijkheid voor de bestemming van het gehuurde
    Scroll naar bovenzijde