Geen UBO-registratie voor FGR met vergunninghoudende beheerder

Bastiaan Siemers

9 mei, 2022

Na geruime tijd van onduidelijkheid, is onlangs vastgesteld in welke gevallen een fonds voor gemene rekening (FGR) zijn ultimate beneficial owners (UBO’s) moet registeren in het UBO-register. In lijn met eerdere ontwikkelingen geldt deze verplichting niet meer voor een FGR met een beheerder met een AFM-vergunning dat wordt aangeboden aan en ten minste 150 deelnemers. Het is nog niet bekend wanneer deze verplichting in werking treedt.

Achtergrond

De 4e Europese anti-witwasrichtlijn (AMLD4) introduceerde in 2015 een registratieplicht voor UBO’s van bepaalde rechtspersonen. Sinds 27 september 2020 bestaat als gevolg daarvan een UBO-register voor rechtspersonen. Tot 27 maart 2022 gold voor rechtspersonen een overgangstermijn voor registratie van UBO’s. Sinds die datum moeten zowel bestaande als nieuwe rechtspersonen hun UBO’s hebben geregistreerd in het UBO-register.

De registratieplicht voor trusts en vergelijkbare juridische constructies was echter nog niet van kracht, ook al was deze al wel opgenomen in de AMLD4. Daarmee liep Nederland achter implementatie.

Geen UBO-registratie FGR met beheerder met vergunning

Een FGR (een bij overeenkomst tot stand gebracht fonds zonder rechtspersoonlijkheid waarin voor gezamenlijk rekening wordt belegd) wordt beschouwd als een aan een trust “soortgelijke juridische constructie” en valt daarmee onder de UBO-registratieplicht voor trusts. Aanvankelijk werd een verstrekkende registratieplicht vanaf een 3%-belang voorgesteld. Dat leidde tot commentaar vanuit de fondsensector, onder meer vanwege de gevreesde administratieve lasten. Niet alleen zouden vele UBO’s per FGR moeten worden ingeschreven, maar tevens zou bij wijziging aanpassing van de registratie moeten plaatsvinden. Daarbij zou er een verschil ontstaan met beleggingsinstellingen in de vorm van een rechtspersoon omdat daarvoor de drempel voor UBO-registratie bij 25% ligt.

Inmiddels is de wetgever de sector (deels) tegemoet gekomen. Onlangs werd immers het Implementatiebesluit registratie van uiteindelijke belanghebbenden van trust en soorgelijke juridische constructies gepubliceerd waarin wordt bepaald dat de UBO-registratie niet geldt voor een FGR met een beheerder met een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 of 2:69b Wft heeft, dat wordt aangeboden aan ten minste 150 deelnemers (dus ook voordat er al sprake is van een dergelijk aantal). In dit geval geldt er overigens nog wel een (generieke) registratieplicht in het UBO-register, maar kan worden volstaan met de omschrijving “deelnemers beleggingsfonds”.

Wel UBO-registratie FGR zonder vergunninghoudende beheerder met lagere drempel

Het voorgaande betekende dat niet elke FGR is uitgezonderd van de UBO-registratieplicht. Indien de FGR geen beheerder met een AFM-vergunning heeft of wordt aangeboden aan minder dan 150 deelnemers, dan geldt de UBO-registratieplicht onverkort. Dit betekent dat een aanzienlijke groep beleggingsfondsen alsnog onder de UBO-registratieplicht valt. In zoverre neemt het implementatiebesluit niet alle administratieve lasten voor de sector weg.

Daarbij is de UBO-drempel voor registratie in het implementatiebesluit verlaagd van 3% naar 0%. Dat betekent dat een FGR die wel onder de UBO-registratieplicht valt, niet pas vanaf 3% maar al vanaf 0% zijn beleggers moet registreren. Dat is dus wel een lastenverzwaring.

Inwerkingtreding en vereiste actie

Het is op dit moment nog wachten op de datum van inwerkingtreding. Omdat Nederland al ruim te laat is met de UBO-registratieplicht voor trusts en soortgelijke juridische constructies, ligt snelle inwerkingtreding voor de hand. Beperking daarbij is nog in hoeverre het UBO-register van de Kamer van Koophandel technisch gereed is om deze UBO-inschrijvingen te accomoderen. Dit zou inwerkingtreding nog kunnen vertragen.

FGRs die straks onderworpen zullen zijn aan de UBO-registratieplicht kunnen op dit moment al de eerste stappen nemen richting nakoming hiervan. Zo zou alvast kunnen worden nagedacht over de wijze waarop de vereiste gegevens van beleggers kunnen worden verzameld. Ook kunnen beleggers alvast worden geïnformeerd over de UBO-registratieplicht en dat zij in dat kader mogelijk aanvullende informatie dienen te verschaffen. Die verplichting zou voor de zekerheid ook alvast in de fondsvoorwaarden of de subscription agreement kunnen worden opgenomen.

Over de auteur


Bastiaan Siemers

Bastiaan is gespecialiseerd in financieel recht in brede zin. Hij heeft uitgebreide kennis van nagenoeg alle aspecten van het financiële toezicht en de bijbehorende Nederlandse en Europese regelgeving.