Uitzendkrachten verdienen vaak minder dan werknemers; komt daar een einde aan?

Joyce Snijder

23 september, 2025

Uitzendkrachten verdienen doorgaans minder dan werknemers die in dienst van de inlener een gelijke of gelijkwaardige functie vervullen. Om dit verschil in beloning te verkleinen, worden de ABU- en NBBU-cao per 1 januari 2026 gewijzigd. Ik licht toe waarom dit beloningsverschil bestaat, wat er wijzigt en geef praktische tips om als uitzendbureau en inlener goed voorbereid te zijn op de aanstaande wijzigingen.

De gelijke behandelingsnorm
Volgens artikel 8 lid 1 Waadi hebben uitzendkrachten recht op dezelfde essentiële arbeidsvoorwaarden als werknemers die in dienst van de inlener een gelijke of gelijkwaardige functie vervullen. De essentiële arbeidsvoorwaarden betreffen: de arbeidstijd, overuren, pauzes, rusttijden, nachtarbeid, vakantie, feestdagen en bezoldiging. In het Dosign-arrest (HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1303) heeft de Hoge Raad verduidelijkt dat ‘bezoldiging’ alle voordelen omvat die uit de dienstbetrekking voortvloeien, zoals bonussen, prestatievergoedingen en resultaatsafhankelijke beloning.

De inlenersbeloning
In de ABU- en NBBU-cao wordt op basis van artikel 8 lid 4 Waadi afgeweken van de gelijke behandelingsnorm. De uitzendcao’s bevatten de zogeheten inlenersbeloning, die slechts een beperkt aantal looncomponenten omvat. Hierdoor verdienen uitzendkrachten structureel minder dan vaste werknemers die hetzelfde werk doen.

De cao’s wijzigen per 1 januari 2026: gelijkwaardig belonen
Vanaf 1 januari 2026 wordt gelijkwaardige beloning het uitgangspunt. De inlenersbeloning verdwijnt uit de cao’s en wordt vervangen door een arbeidsvoorwaardenpakket dat gelijkwaardig is aan dat van vaste werknemers in dienst van de inlener. Er wordt onderscheid gemaakt tussen essentiële en niet-essentiële arbeidsvoorwaarden. Een nadeel in een essentiële arbeidsvoorwaarde mag gecompenseerd worden met een andere essentiële arbeidsvoorwaarde. Een nadeel in een niet-essentiële voorwaarden mag gecompenseerd worden met een essentiële arbeidsvoorwaarde.

Pensioenregeling
Voor pensioen blijft een aparte regeling gelden. De huidige StiPP-pensioenregeling wordt verbeterd, maar uitzendkrachten krijgen geen recht op dezelfde pensioenvoorziening als vaste werknemers in dienst van de inlener.

Gevolg
De beloningsverschillen zullen door de wijziging van de uitzendcao’s aanzienlijk kleiner worden. Uitzendkrachten zullen meer gaan verdienen en het zal daardoor ook duurder worden om een uitzendkracht in te lenen. Of dit een afname van het aantal uitzendkrachten tot gevolg zal hebben, zal mede afhangen van andere factoren, zoals de flexibiliteitsbehoefte van inleners en de mate waarin inleners vacatures kunnen invullen met vaste werknemers.

Advies
Mijn advies aan uitzendbureaus is om voor 1 januari 2026 per inlener te inventariseren op welke arbeidsvoorwaarden uitzendkrachten recht hebben en de gelijkwaardigheid van essentiële en niet-essentiële arbeidsvoorwaarden te toetsen.

Inleners hebben een wettelijke plicht het uitzendbureau te informeren over de toepasselijke arbeidsvoorwaarden, zodat de beloning op een juiste wijze kan worden vastgesteld. Beide partijen kunnen aansprakelijk worden gesteld indien de uitzendkracht niet het loon ontvangt waarop hij recht heeft. Zij dragen daarom een gezamenlijke verantwoordelijkheid om zich goed voor te bereiden op de aanstaande wijzigingen. Op basis van de Wet Aanpak Schijnconstructies zijn uitleners en inleners gezamenlijk aansprakelijk bij onderbetaling.

Raadpleeg www.wijzerbelonen.nl voor meer informatie en standaard uitvraagformulieren.

Over de auteur


Joyce Snijder

Joyce is gespecialiseerd in het arbeidsrecht en is expert op het gebied van flexibele arbeidsrelaties. In haar praktijk adviseert en onderhandelt ze en indien nodig en procedeert ze ook voor haar cliënten.