SFDR-eisen over duurzaamheid – nog één maand te gaan en nieuwe RTS

Bastiaan Siemers

10 februari, 2021

Foto: Michelle Henderson (Unsplash)

Deze blogserie besteedt aandacht aan de nieuwe regels over informatieverschaffing over duurzaamheid van beleggingen. Deze regels zijn opgenomen in de SFDR en gaan gelden vanaf 10 maart 2021. De SFDR wordt onder andere van toepassing op beleggingsinstellingen, vermogensbeheerders, levensverzekeraars, pensioenfondsen en bepaalde financiële adviseurs. Hierbij een laatste update voor inwerkingtreding met nieuwe informatie over de RTS.

Stand van zaken

De SFDR wordt van toepassing op 10 maart 2021 ondanks de bezwaren uit de financiële sector. Er zal geen sprake zijn van uitstel. De hoofdregels uit de SFDR zullen over een maand gewoon gaan gelden en moeten vanaf dat moment worden nageleefd door de financiële ondernemingen die onder de SFDR vallen.

De ESA’s (EBA, ESMA en EIOPA) hebben de Commissie vorige maand om uitleg gevraagd vanwege onduidelijkheid op een aantal punten (de priority issues). Dit betrof de toepasselijkheid van de SFDR op kleine (geregistreerde) beheerders van beleggingsinstellingen en niet-EU beheerders, de wijze van berekening van de 500-werknemergrens in verband met de principle adverse impact statement, de vraag wanneer sprake is van ‘promoten’ van artikel 8-producten en de uitwerking van de regels bij artikel 9-producten en vermogensbeheerportfolio’s. Het is te hopen dat de Commissie voor 10 maart 2021 antwoord geeft. Zelf denk ik overigens dat de SFDR niet van toepassing zou moeten zijn op kleine beheerders, maar wel op niet-EU beheerders.

RTS

Vorige week hebben de ESA’s daarnaast nieuwe concept-uitvoeringsregels of regulatory technical standards (RTS) aan de Commissie gezonden. Deze nieuwe concept-RTS zijn opgesteld na een uitgebreide consultatie vorig jaar, dus het valt te verwachten dat de Commissie de definitieve RTS in deze vorm vaststelt.

Ter herinnering, de RTS bevatten gedetailleerde voorschriften ter uitwerking van de SFDR op een aantal punten zoals het do not significantly harm-principe, de principle adverse impact statement en de informatievereisten voor artikel 8-producten en artikel 9-producten.

In vergelijking met de vorige concept-RTS valt onder andere het volgende op:

  • Het aantal artikelen is uitgebreid ook al zijn sommige artikelen geschrapt. Dit komt met name doordat de eisen voor artikel 8-producten en artikel 9-producten over meer artikelen zijn verspreid.
  • De verplichtingen zijn grotendeels hetzelfde gebleven.
  • Sommige onderdelen zijn geschrapt, zoals de eis om in de principle adverse impact statement op te nemen welke herstelacties worden genomen en de eis om in de precontractuele informatie het gebruik van derivaten toe te lichten.
  • De annexen bij de RTS zijn nu volledig ingevuld.
  • De lijst met verplichte indicatoren voor de principle adverse impact statement is teruggebracht van 32 tot 14. De lijsten met additionele indicatoren zijn daarentegen uitgebreid van 11 naar 16 (klimaat; E) en van 7 naar 17 (sociaal en governance; E en G).
  • De termijn voor historische vergelijkingen van informatie is verkort van tien naar vijf jaar.
  • De templates voor precontractuele en periodieke informatie voor artikel 8-producten en artikel 9-producten blijven generiek van aard en zullen dus niet productspecifiek worden gemaakt (ook al erkennen de ESA’s dat dit niet ideaal is).

De ESA’s herhalen dat een aantal gewenste wijzigingen niet mogelijk is omdat dit in strijd zou zijn met de SFDR. Dit betreft onder andere verdere duidelijkheid in de RTS over artikel 8-producten en artikel 9-producten (vandaar ook de gevraagde uitleg over de priority issues) en een andere behandeling van transparantie over producten met slechts één klant (zoals vermogensbeheermandaten). Dergelijke verzoeken zijn dus niet ingewilligd.

De ESA’s suggereren dat de RTS op 1 januari 2022 van toepassing worden. Ten opzichte van de oorspronkelijke inwerking tegelijk met de SFDR, betekent dit een uitstel van tien maanden.

Resumerend

De SFDR is vanaf 10 maart 2021 van toepassing. Vanaf dat moment moeten financiële ondernemingen in beginsel hun beleggings(advies)beleid, hun beloningsbeleid en eventueel hun due diligencebeleid aanpassen en daarover verklaringen op hun websites opnemen. Ook moeten zij de precontractuele informatie van beleggingsproducten nalopen. In geval van duurzame producten moeten financiële ondernemingen de duurzaamheid van deze producten nader onderbouwen, bij gebreke waarvan deze producten vanaf 10 maart 2021 niet meer als duurzaam mogen worden verkocht. Dit alles geldt ook al voordat de RTS van toepassing zijn. De concept-RTS kunnen overigens worden gebruikt om alvast nadere invulling te geven aan bepaalde informatie die financiële ondernemingen op grond van de SFDR vanaf 10 maart 2021 moeten verstrekken. Het lijkt er tot slot op dat financiële ondernemingen vanaf 1 januari 2022 ook aan de gedetailleerde voorschriften uit de RTS moeten voldoen, dus heel veel extra tijd is er op dat punt niet.

Over de auteur


Bastiaan Siemers

Bastiaan is gespecialiseerd in financieel recht in brede zin. Hij heeft uitgebreide kennis van nagenoeg alle aspecten van het financiële toezicht en de bijbehorende Nederlandse en Europese regelgeving.