Foto: Micheile Henderson
Over een half jaar, vanaf 10 maart 2021, zijn extra regels over informatieverschaffing over duurzaamheid van beleggingen van toepassing. Dit is het gevolg van de SFDR. Ook beleggingsadviseurs moeten hierdoor aanpassingen doorvoeren in hun beleid, de informatie op hun websites en de precontractuele informatie voor klanten.
Wie valt eronder?
De Europese SFDR Verordening (2019/2088) is niet alleen van toepassing op financiëlemarktdeelnemers zoals beleggingsfondsen en vermogensbeheerders maar ook op financieel adviseurs. Daaronder vallen naast beleggingsondernemingen en kredietinstellingen die beleggingsadvies als bedoeld in MiFID II verstrekken, ook beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s die beleggingsadvies als nevendienst verstrekken. Een aparte categorie financieel adviseurs betreft de verzekeraars en verzekeringstussenpersonen die verzekeringsadvies verstrekken over verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten. Over deze laatste categorie in een volgende blog meer.
De SFDR is niet van toepassing op kleine beleggingsadviseurs met minder dan drie werknemers in dienst. Het staat de lidstaten echter vrij om de SFDR alsnog op deze groep van toepassing te verklaren. Het is nog onbekend of Nederland dit zal doen.
Het is aannemelijk dat de SFDR niet van toepassing is als er alleen sprake is van beleggingsadvies door beleggingsadviseurs van buiten de EU op basis van reverse solicitation. In dat geval biedt MiFID II namelijk ook geen bescherming aan cliënten in de EU zodat ook transparantie op basis van de SFDR niet lijkt bedoeld. Andersom betekent dit dat dienstverlening gericht op de EU door beleggingsadviseurs van buiten de EU, wel volledig onder de SFDR valt.
Wat is er nieuw?
Aangezien beleggingsadviseurs geen financiëlemarktdeelnemers in de zin van de SFDR zijn en slechts beleggingsadvies over financiële producten die door financiëlemarktdeelnemers worden aangeboden, verstrekken, zijn niet alle verplichtingen uit de SFDR op beleggingsadviseurs van toepassing. Bovendien luiden de verplichtingen die wel van toepassing zijn, veelal net iets anders.
De drie hoofdverplichtingen uit de SFDR voor beleggingsadviseurs hebben betrekking op:
- Beleid: het beleggingsadviesbeleid en het eigen beloningsbeleid van de beleggingsadviseur moet worden aangepast aan duurzaamheidsrisico’s.
- Website: informatie over het nieuwe beleggingsadviesbeleid en het nieuwe beloningsbeleid moet op de website van de beleggingsadviseur worden opgenomen.
- Precontractuele informatie: in precontractuele informatie over financiële producten waarover beleggingsadvies wordt verstrekt, moet worden aangegeven hoe bij beleggingsbeslissingen rekening wordt gehouden met duurzaamheidsrisico’s, hoe dit invloed heeft op het verwachte rendement en hoe negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren worden meegenomen, of waarom dit niet gebeurt.
De vierde hoofdverplichting uit de SFDR betreffende de eisen die aan duurzame beleggingen worden gesteld, is niet van toepassing op beleggingsadviseurs aangezien zij geen duurzame beleggingen aanbieden maar daarover hooguit beleggingsadvies verstrekken.
Wat te doen?
Beleggingsadviesbeleid
Het beleggingsadviesbeleid van beleggingsadviseurs moet in beginsel rekening houden met duurzaamheidsrisico’s (gebeurtenissen op ESG-gebied die een materieel negatief resultaat op beleggingen kunnen hebben). Dit betekent dat deze risico’s, zoals het risico van temperatuurstijging op aarde, moeten meewegen bij het beleggingsadvies. Hoewel de SFDR dwingend voorschrijft dat beleggingsadviesbeleid duurzaamheidsrisico’s integreert, lijkt het strikt genomen mogelijk dat de beleggingsadviseur bij herziening van het beleggingsadviesbeleid concludeert dat (bepaalde) duurzaamheidsrisico’s niet relevant zijn en derhalve niet zullen worden meegenomen. De vraag bij duurzaamheidsrisico’s is natuurlijk wel of er situaties denkbaar zijn waarin sprake is van beleggingsbeslissingen die in het geheel niet worden geraakt door ESG-factoren zodat (goed) beleggingsadvies daar geen rekening mee hoeft te houden. Bepaalde duurzaamheidsrisico’s lijken toch altijd te moeten worden meegewogen.
Beloningsbeleid
Ook het beloningsbeleid van de beleggingsadviseur moet duurzaamheidsrisico’s meewegen. Hier lijkt niet echt een uitzondering te zijn voor het geval er geen sprake zou zijn van (bepaalde) duurzaamheidsrisico’s. Het beloningsbeleid moet dus altijd rekening houden met duurzaamheidsrisico’s en redelijkerwijs ook met duurzaamheidsfactoren (factoren op het gebied van ecologie, sociale zaken, werkgelegenheid, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping). Dit is waarschijnlijk bij uitstek een onderdeel dat moet worden verwerkt als niet-financieel criterium voor variabele beloning zoals bedoeld in artikel 1:118 lid 3 Wft als gevolg waarvan de variabele beloning van het personeel van de beleggingsadviseur mede wordt gebaseerd op prestaties op het gebied van duurzaamheidsfactoren.
Website
De beleggingsadviseur moet het aangepaste beleggingsadviesbeleid, of in ieder geval een beschrijving daarvan, publiceren op zijn website. Daarbij moet de beleggingsadviseur uitleggen of het beleggingsadviesbeleid duurzaamheidsrisico’s integreert, of niet. In het laatste geval is een uitleg vereist waarom dit niet gebeurt en eventueel ook wanneer dit wel het geval zal zijn. Dit betekent overigens niet dat het hele beleggingsadviesbeleid op de website moet worden vermeld. Een verklarende beschrijving, die tevens ingaat op de integratie van de duurzaamheidsrisico’s, lijkt voldoende.
Daarnaast moet de website van de beleggingsadviseur informatie over het aangepaste beloningsbeleid bevatten waarbij wordt uitgelegd hoe het beloningsbeleid duurzaamheidsrisico’s integreert. Dit betekent niet noodzakelijkwijs dat het hele beloningsbeleid op de website moet worden vermeld. Een verklarende beschrijving lijkt voldoende.
Precontractuele informatie
De beleggingsadviseur moet de precontractuele informatie voor cliënten aanpassen. Daarin moet worden beschreven in hoeverre en op welke manier rekening wordt gehouden met duurzaamheidsrisico’s bij het beleggingsadvies en welke effecten de duurzaamheidsrisico’s op het rendement van de geadviseerde financiële producten zullen hebben. Hiervoor zal de beleggingsadviseur mede gebruik moeten maken van de (aangepaste) precontractuele informatie van de financiëlemarktdeelnemer die het financiële product aanbiedt. Ook hier bestaat overigens de mogelijkheid om onderbouwd aan te geven dat duurzaamheidsrisico’s niet relevant worden geacht.
De precontractuele informatie moet onderdeel zijn van de verplichte precontractuele informatie die aan cliënten wordt verstrekt op grond van artikel 4:20 Wft, zoals de informatie over het aan de cliënt te verlenen beleggingsadvies en de kosten daarvan. In dit verband is tevens van belang dat een voorgestelde wijziging in de MiFID II-regels met zich meebrengt dat duurzaamheidsvoorkeuren van de cliënt moeten worden meegenomen in het kader van de verplichte geschiktheidstoetsing.
Wanneer moet dit gereed zijn?
De SFDR is van toepassing vanaf 10 maart 2021. Vanaf die datum moeten beleggingsadviseurs dus voldoen aan de nieuwe regels. Dit betekent dat beleggingsadviseurs nog maar zes maanden hebben om op tijd klaar te zijn. Dit betekent dus in ieder geval het beleid herzien en de informatie op websites en in precontractuele informatie uitbreiden.
Begin september werd bekend dat de Europese vereniging van vermogensbeheerders (Efama) om uitstel heeft gevraagd. Een dergelijk uitstel lijkt niet waarschijnlijk omdat de SFDR onderdeel is van de ‘green deal’ van de Commissie.
Bij niet-naleving moeten beleggingsadviseurs rekening houden met eventueel door de AFM op te leggen sancties. De SFDR bepaalt immers dat Nederland bevoegde autoriteiten aanwijst om toe te zien op naleving. Het ligt voor de hand dat dit de AFM zal zijn en dat de AFM in overeenstemming met een nog aan te passen Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten, onder andere boetes en dwangsommen kan opleggen bij overtreding.
Wat is nog meer van belang?
Inmiddels is op Europees niveau een consultatie gestart over de uitwerking van de SFDR in gedetailleerde technische standaarden (regulatory technical standards of RTS). Deze RTS hebben met name betrekking op de inhoud, vorm en taal van de vereiste informatie en bevatten ook nadere eisen voor duurzame en ESG-beleggingen. Zie de eerdere blog ‘SFDR-eisen over duurzaamheid voor vermogensbeheerders‘ van 10 juni 2020.
Afgelopen juni is hiernaast ook een set voorgestelde Europese regels gepubliceerd voor diverse sectoren waaronder de beleggingsadviessector. Deze voorgestelde regels (die dus nog niet definitief zijn) omvatten wijzigingen in bestaande MiFID II-regels en hebben onder andere betrekking op het vaststellen van duurzaamheidsvoorkeuren van cliënten in het kader van de geschiktheidstoetsing en het meenemen van duurzaamheidsvoorkeuren in het kader van product governance. Deze twee onderwerpen hangen nauw samen met de SFDR.