De Nederlandse proceskostenveroordeling: (nog steeds) een obstakel

Marjolein Driessen

13 maart, 2019

Artikel M. Driessen, ‘De Nederlandse proceskostenveroordeling: (nog steeds) een obstakel’, BMM 2019/1, 13 maart 2019.

In dit themanummer mag een bijdrage over de proceskostenveroordeling in IE-zaken natuurlijk niet ontbreken. In de ruim tien jaar nadat de eerste proceskostenveroordeling werd uitgesproken in Nederland, gebaseerd op de daadwerkelijke kosten, is het een onderwerp van voortdurende discussie geweest met tal van (kritische) artikelen, een proefschrift en tot op heden één arrest van het HvJ EU tot gevolg. De regeling inzake de ‘volledige’ proceskostenveroordeling heeft sinds de introductie in Nederland in 2006 ook zelf verschillende wijzigingen doorgemaakt. Vandaag de dag worden niet meer automatisch de opgevoerde, werkelijke proceskosten toegewezen, maar worden deze begrensd door gemaximeerde IE-indicatietarieven waaraan de meeste rechters zich houden. Dat is mooi, zou je zeggen, want dan weet iedereen waar hij aan toe is. Maar is dat wel zo? Nee, is mijn stellige antwoord.

Lees het volledige artikel hier.

Over de auteur


Marjolein Driessen

Marjolein Driessen is specialist op het gebied van intellectuele eigendom (IE) en reclamerecht. Voordat zij op 1 april 2011 partner werd bij Legaltree, heeft zij ruim tien jaar als advocaat en merkengemachtigde geadviseerd omtrent alle aspecten van het IE-recht.