Strafrechtelijke immuniteit voor gemeente Zoetermeer

Renate Croes

18 november, 2024

Als redacteur van het vaktijdschrift Milieu & Recht schreef Renate Croes een opinie (M&R 2024/101) bij een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, waarbij de gemeente Zoetermeer werd vervolgd wegens overtreden van art. 10.1 lid 1 Wet milieubeheer, vanwege het verrichten van handelingen met betrekking tot afvalstoffen (in dit geval ethyleenoxide), terwijl zij wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat daardoor gevaar voor het milieu ontstond of kon ontstaan en niet alle maatregelen heeft genomen die redelijkerwijs van haar konden worden gevergd.

Het is een vervolg van de zogenoemde Zoetermeerse uitstoot-zaak, waarbij in eerste aanleg naast een bedrijf en enkele leidinggevenden ook de gemeente Zoetermeer werd vervolgd voor de uitstoot van teveel ethyleenoxide. Het gerechtshof verklaart het Openbaar Ministerie (net als in eerste aanleg) niet-ontvankelijk in de vervolging, omdat de gemeente strafrechtelijke immuniteit toekomt. In het arrest wordt bevestigd dat bij de immuniteitsvraag van lagere overheden sprake is van een tweetraps-beoordeling: eerst zal de casus moeten worden beoordeeld aan de hand van het bekende Pikmeer II-criterium. Als aan de hand van dat criterium de lagere overheid strafrechtelijke immuniteit toekomt, zal ook nog een tweede beoordeling moeten plaatsvinden: indien de gedragingen inbreuk maken op het recht op leven als bedoeld in art. 2 EVRM kan de immuniteit namelijk alsnog worden doorbroken.

In dit geval strandde de vervolging van de gemeente bij de tweede vraag wegens bewijsproblemen; in het dossier kon niet worden vastgesteld dat er daadwerkelijk schade was toegebracht, waardoor ook niet gezegd kon worden dat art. 2 EVRM was geschonden.

Over de auteur


Renate Croes

Renate specialiseert zich met name in het ondernemingsstrafrecht.