Het Coronavirus leidt onder werkgevers tot veel vragen over wat zij mogen en moeten in verband met Covid-19 en de maatregelen die door het kabinet zijn afgekondigd. In deze nieuwsflash geven wij antwoord op de tien meest gestelde vragen.
De PDF-versie van dit nieuwsartikel vindt u hier.
1. Kan ik werktijdverkorting aanvragen?
Indien u als gevolg van het Covid-19 virus, oftewel Coronavirus, uw werknemers substantieel minder kunt inzetten, dan kunt u werktijdverkorting en een WW-uitkering voor de werknemers aanvragen, mits voldaan is aan de volgende voorwaarden:
- U verwacht voor een periode van minimaal twee tot maximaal 24 kalenderweken tenminste 20% minder werk.
- De werkvermindering moet het directe gevolg zijn van buitengewone omstandigheden, zoals het Coronavirus.
Werktijdverkorting kan alleen worden aangevraagd voor werknemers voor wie u een loondoorbetalingsplicht heeft, dus niet voor zzp’ers, uitzendkrachten of oproepkrachten met een nul-urencontract.
De Ondernemingsraad heeft geen wettelijk instemmingsrecht of adviesrecht ten aanzien van een besluit tot aanvraag van werktijdverkorting. Dat neemt niet weg dat een werkgever de Ondernemingsraad bij de besluitvorming kan betrekken.
U kunt bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via deze link een vergunning voor werktijdverkorting aanvragen. De vergunning wordt voor maximaal zes weken verleend, te rekenen vanaf de datum waarop de aanvraag voor werktijdverkorting wordt ingediend. Is na die zes weken geen verbetering zichtbaar, dan kan een verlenging worden gevraagd, steeds voor een periode van zes weken, tot maximaal 24 weken.
Direct na ontvangst van de vergunning moet u deze melden bij het UWV, met behulp van het formulier dat u via deze link kunt vinden. Binnen een week na afloop van de vergunningsperiode kunt u bij het UWV een WW-uitkering aanvragen voor het aantal uren dat de werknemers voor wie een vergunning is verleend wel loon hebben ontvangen, maar niet hebben gewerkt. Alleen aan werknemers die voldoen aan de eisen van de Werkloosheidswet, wordt een WW-uitkering toegekend. Werknemers met onvoldoende arbeidsverleden hebben dus geen recht op een WW-uitkering. Aan werknemers die ziek waren voordat de vergunning werd aangevraagd wordt geen WW-uitkering toegekend. Voor deze werknemers moet u het loon doorbetalen, conform de regels die normaal gesproken ook gelden.
De WW-uitkering is gedurende de eerste twee maanden gelijk aan 75% van het loon over de uren die de werknemer minder gaat werken en daarna gelijk aan 70% van dat loon, maar wordt afgetopt tot het maximum dagloon, als dat minder is dan het daadwerkelijke loon. Veel cao’s bepalen dat de werkgever bij werktijdverkorting de WW-uitkering moet aanvullen tot 100% van het laatstverdiende salaris. Check dus een eventueel de toepasselijke cao.
2. Welke gevolgen heeft werktijdverkorting voor werknemers?
Op de website van de Rijksoverheid is te lezen dat werknemers over het algemeen weinig merken van de werktijdverkorting, omdat hun salaris gewoon wordt doorbetaald. Deze informatie vinden wij verwarrend en wij menen zelfs dat deze onjuist is. Sinds 1 januari 2020 geldt namelijk de Regeling onwerkbaar weer. Op grond van die regeling is de werkgever vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht, indien de werkgever een vergunning heeft gekregen voor werktijdverkorting. De werkgever mag dan dus volstaan met betaling van slechts het loon voor de uren dat de werknemer nog wel werkt (mits een eventueel toepasselijke cao niet een afwijkende regeling bevat).
Kiest de werkgever voor uitbetaling van slechts het salaris voor de uren dat nog gewerkt wordt, dan ontvangt de werknemer gedurende de periode van de werktijdverkorting een lager salaris. Na afloop van die periode betaalt het UWV de WW-uitkering uit (mits de werknemer daarvoor in aanmerking komt), maar dat is slechts 75 tot 70 procent van het salaris, of van het maximum dagloon als het salaris hoger is dan dat. Verder gaat de periode waarin aanspraak wordt gemaakt op WW ten koste van de door de werknemer opgebouwde WW-rechten. Werktijdverkorting kan dus wel degelijk ingrijpende gevolgen voor de werknemer hebben.
3. De school van het kind van mijn werknemer is gesloten vanwege het Corona virus. Mijn werknemer kan geen opvang regelen en ook niet vanuit huis werken. Heeft mijn werknemer recht op (kortdurend) zorgverlof en/of calamiteitenverlof en zo ja, moet ik het loon doorbetalen?
Calamiteitenverlof is bedoeld voor werknemers die met een plotseling probleem te maken krijgen, zoals een gesprongen waterleiding. Het verlof duurt zolang als de werknemer nodig heeft om het probleem op te lossen. Dat kan enkele uren en hooguit enkele dagen zijn. Gedurende het calamiteitenverlof heeft de werknemer recht op 100% van het salaris.
Als de werknemer niet kan werken omdat hij of zij voor een ziek familielid moet zorgen, kan de werknemer kortdurend zorgverlof opnemen, voor een periode van maximaal twee weken per jaar. De werknemer heeft gedurende de periode van het kortdurend zorgverlof recht op 70% van het salaris.
Kan een werknemer niet werken omdat hij geen kinderopvang kan regelen, dan moet hij volgens de wettelijke regeling vakantiedagen opnemen. Echter, in de huidige situatie waarin de scholen drie weken sluiten, is het de vraag of het redelijk is om dit risico geheel af te wentelen op werknemers die geen opvang kunnen regelen. Wij menen dat het een gedeeld risico betreft, dat door werkgever en werknemer samen gedragen moet worden, maar over dit onderwerp bestaat nog geen rechtspraak. Wij adviseren om naar creatieve oplossingen te zoeken en daarbij ook de Ondernemingsraad en de Arbodienst te betrekken. Denk aan mogelijkheden om thuiswerken gemakkelijker (en veiliger) te maken, kinderopvang door de werkgever, aangepaste werkroosters/tijden en het verlenen van deels betaald en deels onbetaald verlof. Een werknemer kan niet verplicht worden om vakantiedagen op te nemen, maar in goed onderling overleg kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over het opnemen van vakantiedagen.
4. Wat zijn de regels voor werknemers met cruciale en vitale functies?
Werknemers die werkzaam zijn in een “cruciale” of “vitale” beroepsgroep, kunnen de komende periode op hun eigen school of opvang gebruik maken van de kinderopvangmogelijkheden, die worden geboden door onderwijspersoneel dat niet ziek is. Aan deze opvang zijn geen extra kosten verbonden. Dit is de link naar de lijst van vitale functies.
5. Moet ik het loon doorbetalen als een werknemer in quarantaine of isolatie moet blijven, ook als nog niet vaststaat dat de werknemer ziek is?
Wij gaan ervan uit dat u in deze situatie verplicht bent tot doorbetaling van loon, hoewel er nog geen rechtspraak is over dit onderwerp. Waar mogelijk kunt u afspraken maken over thuiswerken. Uiteraard moet u het loon in ieder geval doorbetalen als de werknemer ziek blijkt te zijn.
6. Kan ik mijn werknemers de toegang tot de werklocatie/het kantoor weigeren?
Als werkgever bent u verantwoordelijk voor het bieden van een gezonde en veilige werkomgeving. Afhankelijk van de situatie kan daarbij horen dat u een werknemer de toegang weigert tot de werkplek, bijvoorbeeld als de werknemer last heeft van neusverkoudheid, hoesten, keelpijn en/of koorts.
7. Moet ik mijn werknemers thuis laten werken?
Het advies van de overheid is om werknemers tot en met 6 april 2020 zo veel mogelijk thuis te laten werken en de werktijden zoveel mogelijk te spreiden. Dit advies geldt ook voor werknemers die geen klachten hebben.
8. Kan ik werknemers verplichten om naar het werk te komen?
In beginsel mag de werkgever alleen werknemers die werkzaam zijn in een cruciale of vitale functie verplichten naar het werk te komen. Wij menen dat een werkgever een werknemer die niet een cruciale of vitale functie vervult alleen mag verplichten naar het werk te komen als thuiswerken echt geen optie is en de risico’s op besmetting tijdens het werk minimaal zijn. Aangezien in de meeste functies contact met anderen onvermijdelijk is, zal het om uitzonderingsgevallen gaan.
9. Wat moet ik doen als mijn bedrijfsarts vermoedt of vaststelt dat een werknemer het Coronavirus heeft?
Indien een in Nederland werkzame (bedrijfs)arts het Coronavirus vermoedt of vaststelt, moet dit onmiddellijk gemeld worden bij de GGD. Daarnaast geldt uiteraard dat u de werknemer naar huis moet sturen en in samenspraak met de bedrijfsarts maatregelen zal moeten nemen om de werkplek voor de andere werknemers zo veilig mogelijk te houden.
10. Wat is er geregeld voor ZZP’ers?
De overheid heeft een versnelde openstelling van het Besluit Borgstelling MKB Kredieten beloofd. De BMKB-regeling is bedoeld om de kredietverlening aan het midden- en klein bedrijf te stimuleren. Als een MKB onderneming onvoldoende zekerheden heeft voor een krediet bij de bank, dan kan de Nederlandse Staat voor de onderneming garant staan. De Nederlandse staat zal vanwege het Coronavirus vanaf eind maart eerder garant staan voor ondernemers. Deze regeling is bedoeld voor bedrijven met maximaal 250 werknemers en voor zelfstandigen die een vrij beroep uitoefenen. Starters en innovatieve ondernemers kunnen gebruik maken van nog ruimere faciliteiten. De BMKB wordt in omvang verhoogd van 50% naar 75%. Daardoor kunnen banken makkelijker en sneller krediet verruimen en hebben bedrijven de mogelijkheid om eerder en meer geld te lenen. Bovendien zal de regeling ook toepasbaar zijn op overbruggingskredieten en rekening-courantkredieten met een looptijd tot twee jaar.
Verder kunnen ZZP’ers mogelijk een beroep kunnen doen op het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Door het Bbz kan een zzp’er tijdelijk een uitkering ontvangen totdat deze weer in zijn eigen levensbehoeften kan voorzien. Een zzp’er kan in aanmerking komen voor een uitkering als hij tijdelijk in financiële problemen verkeert. De belangrijkste eis om in aanmerking te komen voor een Bbz-uitkering is dat het bedrijf van de zzp’er rendabel is. De gemeente waarin de zzp’er is gevestigd, bepaalt of deze in aanmerking komt voor een Bbz-uitkering. Op dit moment is nog niet duidelijk of de regels verruimd worden, maar naar verwachting wordt daar deze week meer bekend over gemaakt.
Ook kunnen ondernemers uitstel van betaling voor inkomsten-, vennootschaps- en omzetbelasting aanvragen bij de Belastingdienst.
Heeft u vragen? Wij adviseren u graag
Ons team arbeidsrecht bestaat uit:
[av_masonry_entries link=’category,717′ wc_prod_visible=” prod_order_by=” prod_order=” sort=’yes’ items=’12’ columns=’flexible’ paginate=’pagination’ query_orderby=’rand’ query_order=’DESC’ size=’fixed’ orientation=’av-orientation-portrait’ gap=’1px’ overlay_fx=’active’ id=” caption_elements=’title excerpt’ caption_styling=’overlay’ caption_display=’on-hover’ color=” custom_bg=” av-medium-columns=” av-small-columns=” av-mini-columns=” av_uid=’av-8i0bm’]